Blije Binnenste

Handleiding “Bang, het monster”

Een boek dat de emotie Bang bespreekbaar wil maken.

Over emoties praten lijkt makkelijker dan het is. Kinderen hebben nog niet altijd de juiste vocabulaire om duidelijk te maken wat ze precies voelen. Hun reacties op vragen die gesteld worden bij het lezen van een boek, kan dan heel veel helpen. 

Hieronder enkele vragen als suggesties om u als ouder een praktisch handvat te bieden:

Kaft

Wat staat er op de kaft? Waar zou dit boek over kunnen gaan? Hoe kijkt dat oranje monstertje? Zou het een lief monstertje zijn of juist niet?

Schutblad

Hé, kijk! Allemaal kleine oranje monstertjes. Is dat hetzelfde monstertje als op de kaft? Hij trekt allemaal rare gezichtjes. Heb je dat gezien? Waarom zou hij dat nou doen? Kan jij ook van die gekke bekken trekken? Haha, ik word bijna bang van je.

Bladzijde 4, de jongen die wil oversteken.

Hoe kijkt Jens? Hij ziet er nu nog blij uit. Hoe zou dat komen?

Heb je dat kleine monstertje gezien? Echt? O, hij is best klein eigenlijk. Ik vind hem helemaal niet eng. Jij dan?

Bladzijde 6, bij het verkeerslicht

Jens kijkt nog steeds blij, zie je dat? O, heeft hij niet door dat het monster achter hem staat? Het monster is gegroeid, zie je dat? Hij ziet er heel anders uit dan op de vorige bladzijde? Waarom zou dat zijn denk je? 

Bladzijde 8, oversteken

Jens kan eindelijk oversteken. Hij heeft best lang moeten wachten. Hoe vind jij dat als je ergens op moet wachten wat erg lang duurt?

Wat vind jij ervan dat het monster Jens zo beetpakt aan zijn been? Is dat handig om te doen, denk je? Hoe zou jij iemand laten stilstaan?

Bladzijde 10, terug op de stoep

Vind jij dat Jens duidelijk genoeg aangeeft dat hij het niet leuk vind? Hoe geef jij het aan als je iets niet leuk meer vindt? 

Bladzijde 12, in de prullenbak

Jens stopt het monstertje in de prullenbak. Vind jij dat een handige oplossing? Hoe zou jij het doen? Hoe denk je dat Jens zich nu voelt?

Bladzijde 14, in zijn haar

Een glibberig monster in je haren. Hoe zou jij dat vinden? Het monster is nu heel klein, hè? Waarom zou hij zich nu klein gemaakt hebben? Kijk eens naar het gezichtje van het monster, hoe denk je dat hij zich voelt? En hoe zou Jens zich nu voelen?

Bladzijde 16, schattig en klein

Wat ziet het monster er schattig uit zo. Denk je dat Jens medelijden met hem krijgt? Jens roept boos: “Ga weg!” Hoe vind jij die reactie?

Bladzijde 18, achterna lopen

Het monster volgt Jens alweer. Terwijl hij heel duidelijk had gezegd dat hij wilde dat het monster weg ging. Waarom zou het monster dat doen? Denk je dat het monster Jens zal blijven volgen? Hoe zou Jens dat kunnen stoppen?

Bladzijde 20, angstaanjagend en groot

Wow wat is het monster groot geworden. En wat ziet het er eng uit! Hoe komt het dat het monster er nu eng uitziet? Wat maakt hem zo eng? Wat is er anders dan op de andere tekeningen? Waarom zou het monster dit doen?

Bladzijde 22, Jens huilt

Jens moet huilen en zegt: “Hou op.” Waarom denk je dat Jens moet huilen? Hoe zal hij zich voelen?

Op de tweede bladzijde zegt het monster “sorry”. Begrijp je waarom het monster “sorry” zegt? Wat bedoelt het monster?

Bladzijde 24, erover praten

Nu praten Jens en het monster met elkaar. Zullen ze elkaar nu beter begrijpen? Wat spreken ze precies met elkaar af?

 

Bladzijde 26, samen blij

Ze zien eruit als vrienden. Zullen ze vrienden blijven? Als het monster zich weer gaat vastklampen en vervelend gaat doen, wat moet Jens dan doen? Hoe ga jij om met een gevoel dat je vastklampt? Kun je daar dan over praten met papa of mama?